Zeugen met hittestress actief ondersteunen werpt vruchten af

18 mei 2020

Hittestress is een gekend fenomeen in de veehouderij en is tevens ook een grote economische verliespostNuscience berekende dat het financiële verlies voor een hoogproductief bedrijf met 1500 zeugen in Noordwest-Europa 50.000 tot 80.000 euro kan bedragen. Niet alleen dieren maar ook mensen hebben last van de stijgende temperaturen. Zo hebben verschillende hittegolven de voorbije jaren gebieden met een doorgaans gematigd klimaat getroffen en vele levens geëist. Niettegenstaande we als mens beschikken over efficiënte, al dan niet lichaamseigen afkoelingssystemen zoals transpireren en of externe zoals airconditioning. Helaas zijn dieren – en vooral varkens – niet in staat om warmte efficiënt af te voeren.  Een gerichte aanpak is dan ook nodig om de effecten van hittestress bij varkens, en meer bepaald bij hoogproductieve zeugen, te reduceren. 

Thermoregulatie bij varkens 

Zoals alle zoogdieren zijn varkens warmbloedig en kunnen ze een constante lichaamstemperatuur handhaven, die doorgaans boven de omgevingstemperatuur ligt. In normale omstandigheden bedraagt deze bij varkens ongeveer 39 °C. Warmte afvoer bij varkens zal hoofdzakelijk gebeuren via convectie, conductie, straling en verdamping via de ademhaling. Varkens gebruiken deze manieren om af te koelen binnen een range van temperaturen en luchtvochtigheid, de zogenaamde thermoneutrale zone. In deze zone lukt afkoeling goed en heeft de temperatuur geen invloed op de (re)productie. Boven deze zone verloopt de afkoeling heel wat minder efficiënt en is er sprake van hittestress. De evolutie heeft echter een rol gespeeld in dit beperkte vermogen om actief warmte af te voeren. Wilde zwijnen wentelen zich in een modderpoel en koelen zich af met het water dat op hun huid verdampt in plaats van te zweten. Landbouwhuisdieren hebben deze mogelijkheid niet en het is aan de veehouder om voldoende afkoeling te voorzien. Zo bevorderen koelmatten de geleiding, terwijl frisse luchtstroom over de varkens heen de convectie zal verbeteren. Ongeacht de stalconstructie, is de constante aanvoer van voldoende vers en koel drinkwater noodzakelijk, zeker in warmere periodes. 

Stallen worden slimmer gebouwd en zijn beter bestand tegen extreme zomers, maar toch ligt de verhouding tussen de temperatuur en de luchtvochtigheid in het kraamhok vaak boven of tegen de bovengrens van de thermoneutrale zone van de zeug. Kraamhoktemperaturen worden immers ingesteld om de pasgeboren biggen optimaal te verzorgen.  Dit terwijl de metabole warmteproductie bij zeugen toeneemt naarmate de dieren vruchtbaarder worden.  Meer vruchtbare dieren zullen op hun beurt meer maar lichtere biggen werpen die gevoeliger zijn voor onderkoeling (Caldara et al. 2014)Aangepast hittemanagement in het kraamhok is dan ook essentieel voor de zeug én de biggen 

Gevolgen van hittestress bij zeugen 

Als de lichaamstemperatuur de thermoneutrale zone overschrijdt, zal een zeug haar metabole warmteproductie proberen te verlagen. Een lagere voeropname is één van de meest gekende zichtbare effecten. Door een lagere voeropname zal de zeug het thermische effect van de vertering proberen te beperken. Als direct gevolg daarvan daalt de biest- en de melkproductie en komt de performantie van de toom onder druk te staan. Bovendien heeft een suboptimale nutriëntopname ook een effect op de reproductieDit wordt duidelijk als we kijken naar de dip in het afbigpercentage en het aantal gespeende biggen in het najaar. 

Een minder zichtbaar maar zeer belangrijk effect van hittestress is de herverdeling van de bloedstroom en voedingsstoffen in het lichaam. Op momenten van (hitte)stress zal het bloed vooral stromen naar vitale organen zoals het hart, de longen en de huid om maximaal warmte via straling af te voeren maar gebeurt inefficiënt Als de omgevingstemperatuur hoger is dan die van het lichaam, is verdamping via de ademhaling de belangrijkste manier om warmte te verliezen, wat dan weer het risico op bloedalkalose verhoogt. 

Doordat de bloedstroom op specifieke delen van het lichaam is gericht, vermindert de zuurstoftoevoer in het maagdarmkanaal.  Daardoor kan het zijn cruciale functie, het absorberen van nutriënten en het afweren van ziekteverwekkers, niet naar behoren uitvoeren. Het lichaam heeft echter een natuurlijk beschermingsmechanisme voor cellen in (hitte)stress, de zogenaamde heat shock response (HSR). De HSR zorgt voor de synthese van heat shock proteins, ofwel HSP's, die de (darm)cellen tegen de negatieve effecten van (hitte)stress beschermen. Maar als de stress te hoog is, is de lichaamseigen bescherming niet voldoende en neemt de doorlaatbaarheid van de darm toe. Op die manier komen pathogenen en toxines (bekend als lipopolysachariden of LPS) in de bloedbaan terecht, die zullen leiden tot ontstekingsreactiesOntstekingen verbruiken veel energie, waardoor de (re)productie van zeugen verstoord wordt. 

Focus op opname en darmbescherming 

Veel varkenshouders sturen hun dagelijkse routine bij in periodes van intense hitte. Zo voederen ze de zeugen op de koelere momenten van de dag en worden verplaatsingen beperkt. Daarnaast installeren ze vaak extra koelingssystemen, zoals koelmatten en dakkoeling. 
Maar ook het voer aanpassen kan het dier helpen om minder warmte te produceren tijdens de vertering. Het gehalte aan eiwit en ruwe celstof verlagen en het vetgehalte verhogen doet de warmteproductie normaal gesproken afnemen. Alhoewel sommige auteurs wel aangeven dat dit soort voederaanbevelingen grotendeels theoretisch zijn en dat het wetenschappelijke bewijs niet zo overweldigend is dat men zou verwachten (Mayorga et al., 2019). 

Binnen zijn nutritionele concepten heeft Nuscience een specifieke aanpak voor hoogproductieve zeugen ontwikkeld: het Active Thermo Control-concept (ATC). Dit concept focust op oplossingen en maatregelen om de prestaties in periodes van hitte te ondersteunen. Een onderdeel van het ATC-concept is het gloednieuwe nutritionele supplement voor lacterende zeugen: Summer Balance. Dit supplement heeft twee specifieke werkingsprincipes. In de eerste plaats werkt het op een unieke manier rechtstreeks in op het verhogen van de eetlust via het moduleren van de twee sturende systemen voor voeropname: het hedonische en homeostatische systeem. Het stimuleert een maximale voeropname tijdens de koelere momenten om de lage opname gedurende de dag te compenseren en beïnvloedt het eetgedrag. Op die manier zal de energietoevoer tijdens de lactatie hoog genoeg zijn om de biggen van voldoende biest en melk te voorzien. Proeven, in samenwerking met universiteiten en varkenshouders, hebben aangetoond dat de voeropname aanzienlijk hoger is en er minder lichaamsgewicht verloren gaat, wat leidt tot betere prestaties. De indirecte werking van Summer Balance vermindert de darmdoorlaatbaarheid, verhoogt de antioxidantcapaciteit van het dier en neutraliseert LPS.  

Hoger rendement 

Hittestress bij hoogproductieve zeugen zal de komende decennia alleen maar toenemen, met grotere economische verliezen tot gevolgHet toepassen van het ATC-concept, waarbij goed management in het kraamhok en bijhorende nutritionele aanpassingen worden gecombineerd met Summer Balance, zal zorgen voor een winstgevende en duurzame zeugenhouderij voor de toekomstige generaties. 

This may interest you as well

Summer Balance

Hoewel zeugen een relatief grote thermoneutrale zone hebben, waarin productie en reproductie niet worden beïnvloed door temperatuur of vochtigheid, zijn de huidige omstandigheden in de kraamstallen en de stijgende zomertemperaturen verantwoordelijk voor aanzienlijke economische verliezen. Het Active Thermo Control (ATC) concept helpt hoogproductieve zeugen om hun productie en gezondheid bij hittestress te behouden.

Active Temp Control

Uit veel studies blijkt dat hittestress erg nadelig is voor de reproductie efficiëntie, de performantie en de gezondheidsstatus van de dieren. De thermoneutrale zone is het bereik waarin geen extra energie nodig is om de lichaamstemperatuur van een dier op peil te houden. Voor een dierenarts is de omgeving perfect wanneer de lichaamstemperatuur normaal en stabiel blijft, omdat afwijkingen het immuunsysteem verminderen en leiden tot ziekteverschijnselen. Voor een diervoederspecialist/nutritionist daarentegen zorgt het perfecte stalklimaat voor een maximale groei of ei- en melkproductie met minimaal nutriëntenverbruik.