Fosforperikelen in de droogstand

18 mei 2020

Melkziekte en vooral de subklinische vorm veroorzaakt veel vervolgschade. De prestaties van de helft van de Nederlandse koeien wordt hierdoor verminderd. (Subklinische) melkziekte is een belangrijke veroorzaker van slepende melkziekte als gevolg van een te negatieve energiebalans. Met als resultaat een lagere vruchtbaarheid. Melkziekte leidt ook tot een verminderde weerstand. Door calcium tekort in afweercellen is hun reactie op ziekteverwekkers namelijk verzwakt. Koeien die last hebben gehad van melkziekte hebben daarom ook meer last van mastitis.

Recent onderzoek geeft aan dat melkziekte, zowel klinisch als subklinisch, het risico op volgende aandoeningen aanzienlijk verhoogd:

Melkziekte is dus zowel een relevante als hardnekkige aandoening. Toch is de impact ervan te verminderen met een goede vitaminen- en mineralenvoorziening in de droogstand. Calcium, fosfor, magnesium en vitamine D3 zijn belangrijke elementen in deze. De negatieve rol van fosfor op het ontstaan van melkziekte wordt vaak onderbelicht. Een geringe fosforvoorziening in de droogstand vermindert het optreden van melkziekte. Een te royale fosforvoorziening vermindert de werking van een enzym dat betrokken is bij de activering van vitamine D3 in de nieren. Geactiveerd vitamine D3 (calcitriol) is belangrijk bij de volgende processen:

  • Op darm niveau wordt de opname van calcium en fosfor gestimuleerd.
  • Op bot niveau wordt het vrijmaken van calcium en fosfor uit de botten gestimuleerd.

Melkziekte wordt maximaal voorkomen wanneer deze beide aspecten van de calciumstofwisseling voor het afkalven geactiveerd zijn. Omdat vooral fosfor in minerale vorm goed opgenomen wordt, is het advies om geen fosfor toe te voegen aan mineralenmengsels voor droge koeien. Wanneer de calciumstofwisseling goed geactiveerd is voor het afkalven is de calcium en fosforvoorziening van de verse koe geborgd doordat calcium en fosfor samen vrijkomen uit de botten. Later in de lactatie zal de koe dit weer aanvullen.

Nuscience hanteert de volgende normen voor de tweede helft van de droogstand:

Een lage calcium en fosforvoorziening gecombineerd met een hoge magnesium en vitamine D3 voorziening is een basisvereiste voor het voorkomen van melkziekte. De maximaal mogelijke preventie van melkziekte wordt bereikt als het rantsoen daarnaast ook nog een voldoende negatieve kation-anion balans (KAB) heeft.